Historie
De Vechtstreek
De Vechtstreek is beroemd om zijn buitenplaatsen. Ze zijn gebouwd door de Amsterdamse kooplieden in de 17 e eeuw, die de stad wilden ontvluchten. Vooral in de warme zomer wilden ze frisse lucht en ruimte en brachten zij hier hun weekenden en vakanties door. De Vecht was hier de beste plaats voor, omdat men in een paar uur per trekschuit van hartje Amsterdam naar de buitenplaatsen werd gebracht.
Het Jaagpad
Het Jaagpad, wat in Loenen langs de Vecht loopt, is een voorbeeld van waar de paarden liepen om de schepen te trekken. Toen na het rampjaar 1673 een groot deel van de Vechtstreek was platgebrand, kwam de trek naar het platteland pas goed op gang. Kooplieden konden vrij gemakkelijk een ruïne kopen en zich zo een adellijke status aanmeten. Zij bouwden grote huizen met mooie symmetrisch aangelegde tuinen, waarmee zij hun status konden laten zien.
18e eeuw
Door de economische recessie werd vanaf het einde van de 18e eeuw meer dan de helft van de buitenplaatsen gesloopt. Gelukkig zijn er nog genoeg grote en kleine buitenplaatsen overgebleven, die de rijkdom van de Gouden Eeuw laten zien. De Vecht was ook een belangrijke rivier voor transport. Het was ooit een zijtak van de Rijn en daarom de snelste weg van de Rijn naar Noord-Europa. Ook voor de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie was de Vecht een belangrijke rivier.
De kastelen en de forten herinneren aan de machtsstrijd tussen de bisschop van Utrecht en de graven van Holland. Water was het sterkste verdedigingswapen om de vijand tegen te houden. Bij de kastelen ontstonden dorpen en sfeervolle plaatsjes.
Meer weten?
Wilt u meer weten over de geschiedenis van de Vechtstreek? Klik dan op de button hieronder.